|
| |

Hoe onze Hollandse Genever ‘Gin’ werd. En hoe wij dat nu beter doen dan de Engelsen.

BCBG Magazine
Ooit waren Nederlanders de heerser van de wereldzeeën. De manier waarop zij de wereld in trokken wordt nog steeds gemist. Waar is die ‘VOC-mentaliteit’ gebleven? De sporen zijn nog terug te vinden in de tradities van ons land: haring kaken en genever stoken. Lang bleven het onze best bewaarde geheimen. Haring kaken valt niet te imiteren. Genever stoken wel. Dat wil zeggen, je kunt het proberen. Aan de overkant van de Noordzee waren ze jaloers op ons iconische distillaat. Een tijdlang stelden ze zich tevreden met de gedachte dat ze hun eigen drank hadden: whisky. Totdat Hollandse genever in de mode kwam aan het Engelse hof. Toen de Nederlandse stadhouder Willem III trouwde met een Engelse prinses, nam hij uit Nederland genever mee. Want al was wijn de drank voor adel en koningshuizen, Willem had bij zijn ontbijt liever een genevertje. Niets bijzonders in die tijd. 
Hofdrank Zo werd het Hollandse distillaat bevorderd tot hofdrank en begonnen de Engelse pogingen om genever na te maken, want voor aankloppen bij de stokers in Schiedam en het recept vragen voelden ze zich te goed en het recept stelen liep op niets uit. De koning en Engelse elite lieten zich echter niet weerhouden door de belastingen en accijnzen die werden opgelegd. Engeland moest met zijn eigen antwoord op de Nederlandse genever komen. De eerste stappen op weg naar gin waren gezet. Nou is onze nationale borrel in wezen doodsimpel. Alcohol gestookt van graan, jeneverbessen erin laten trekken en klaar is Kees. Er kan nog wat sint-janskruid bij of zoethout, maar veel buitenissiger moet het niet worden. In Engeland geloofden ze niet dat het zo ‘simpel’ was. De stokers gingen aan de slag en stelden een recept samen dat bestond uit een gecompliceerde samenstelling van kruiden. Met de botanicals benaderden ze de smaak van genever bij lange na niet. Wat ze ook probeerden, genever werd het niet. De bekende bitterheid leek niet te kopiëren. Wat niet wil zeggen dat het distillaat ondrinkbaar was, integendeel zelfs. Ze noemden hun drank gin, wat vaag op ‘geneva’ lijkt. De smaak leek ook wel op die van genever, maar in wezen hadden de Engelse stokers een compleet nieuwe drank ontwikkeld. De namaakgenever is originele gin.

Kennis en kunde Als Willem III van Oranje overlijdt, verdwijnt ook de genever als Engelse hofdrank. Gin neemt die plaats in en verovert samen met de Engelsen de wereld. Het is niet aardig om het te zeggen, maar het is wel wáár: Nederlanders zijn betere distillateurs dan Engelsen. Catz Dry Gin is het bewijs. Wat de Engelsen niet lukt, krijgen wij wel voor elkaar: een gin maken die niet alleen kan wedijveren met Engelse gin, maar die in smaak zelfs overtreft. Catz stokerijen brengt sinds 2016 een gin op de markt waar al hun eeuwenoude kennis en kunde in terug te vinden is.
Catz-Elixer Al in 1786 begint Bernhard Catz in Pekela met het distilleren van bitters en likeuren. Catz-Elixer is beroemd in die tijd dat het nog gewoon is om ’s ochtends gin, genever of cognac te drinken. Catz was een begrip, het werd bijna een soortnaam zoals maggi. Een ‘Rotterdammertje’ was Catz-Elixer met bruiswater. Er loerden hongerige ogen en in 1970 ging het familiebedrijf op in Henkes Verenigde Distilleerderijen. Langzaam maar zeker verdween Catz uit de schappen en het geheugen, maar niet helemaal. Want sinds 2016 is Catz terug. Ditmaal niet met een elixer, maar met een ‘kopie’ van Engelse namaakgenever die beter is dan het origineel en het Oud-Hollandse merk weer tot leven wekt. Door de individuele distillatie in koperen ketels komt de smaak van elke botanical optimaal tot zijn recht. 
www.catzdistillers.com
Tekst: Bies van Ede
|