|
| |

Duurzaam voedselsysteem moet hoger op klimaatagenda

Horeca Algemeen

Een van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties luidt: 50% minder voedselverspilling in 2030. Door in Nederland jaarlijks 1 miljard kilo goed voedsel binnen de keten te houden, voorkomen we ongeveer 3 miljard kilo broeikasgassen-uitstoot. In meerdere opzichten is dat een betere oplossing dan het grootschalig opslaan van CO2 onder de Noordzee, een maatregel waar het kabinet wél een miljardensubsidie voor uittrok. Grondstofbehoud in de voedselketen is vele malen kosten-effectiever: per ton broeikasgasreductie vergt het een investering van grofweg 3 euro. Tegenover vele tientallen euro’s per ton voor emissierechten of voor investeringen in minder effectieve oplossingen.
Ook de internationale beleidsmakers lijken nog niet helemaal wakker geschud. Want op de cruciale COP26 conferentie in Glasgow, waar wereldleiders momenteel samenkomen rondom het klimaatverdrag, staan duurzame en gezonde voedselsystemen nauwelijks op de agenda. Terwijl het concrete reducties van broeikasgassen oplevert en de voordelen veel verder gaan dan het milieu alleen. Hoe zorgen we bijvoorbeeld voor genoeg, gezond eten en drinken voor een groeiende wereldbevolking, tegen een achtergrond van veranderend klimaat, minder voorspelbare weerspatronen en meer sociale ongelijkheid?

Door om te beginnen voedselverspilling aan te pakken, kan een grote klimaatklapper worden gemaakt. Het vormt de directe oorzaak van een tiende van alle broeikasgasuitstoot wereldwijd. Om voedsel te produceren dat uiteindelijk nooit gegeten wordt, wordt aan land meer dan de oppervlakte van heel Europa gebruikt en aan water 50 keer het volume van het IJsselmeer. Juist Nederland, als internationaal toonaangevend voedselland, kan koploper zijn in de transitie van het voedselsysteem: een win-winsituatie, óók voor de B.V. Nederland. Het nieuwe kabinet doet er daarom goed aan als een toekomstbestendig voedselsysteem, inclusief het terugdringen van grondstofverlies, hoeksteen van het klimaatbeleid wordt. Dat leidt voor iedereen tot positieve impact, zowel vanuit economisch, sociaal als milieuperspectief.”
 
|