Bijna twee derde Nederlanders vindt uit eten gaan nu te duur

Jongeren kiezen vaker voor alternatief, zoals thuisbezorging

Vooral generatie Z (geboren tussen 1997 en 2010) en millennials (geboren tussen 1981 en 1996) geven aan dat uit eten gaan voor hen te duur is geworden. Van generatie Z vindt 68 procent dat uit eten gaan ondertussen te duur is. Een stijging van maar liefst 29 procent ten opzichte van 2021. Onder millennials geeft 6 op de 10 aan dat eten buiten de deur te duur is, tegenover ruim 4 op de 10 in 2021. Veel horecagelegenheden hebben het afgelopen jaar de prijzen verhoogd als gevolg van stijgende inkoopprijzen, hoge energierekeningen en het personeelstekort in de branche.

Thuisbezorging alternatief voor uit eten gaan Ondanks de gestegen prijzen in de foodbranche gaat bijna 43 procent van generatie Z nog minstens een keer per week uit eten en meer dan 18 procent eet meerdere keren per week tot elke dag buitenshuis. Bij millennials geldt dit voor respectievelijk 32 procent en 14 procent. Voor babyboomers (geboren tussen 1945 en 1955) liggen deze percentages een stuk lager: 5 procent gaat een keer per week uit eten en 1,4 procent meerdere keren per week. Jongere generaties besteden ook een veel groter deel van hun inkomen aan uit eten gaan. Generatie Z spendeert gemiddeld 44,12 euro per week aan buitenshuis eten. Bij millennials is het bedrag iets lager: 39,44 euro. Generatie X en babyboomers besteden gemiddeld respectievelijk 14,54 euro en 7,09 euro aan buitenshuis eten.

Millennials en generatie Z wisselen uit eten gaan ook vrij gemakkelijk in voor iets anders. Zij gaan sneller dan oudere generaties op zoek naar goedkopere alternatieven, zoals thuisbezorging, kant-en-klaarmaaltijden of zelf koken. Met name thuisbezorging is onder jongere generaties populair. Van generatie Z bestelt 4 op de 10 minstens eens per week eten. Het aantal millennials dat minstens één keer per week een maaltijd laat bezorgen, is gestegen van 6 procent in 2018 naar 32 procent in 2022. In totaal zijn dit bijna twee miljoen consumenten die wekelijks een maaltijd bestellen.

Hybride consumptiegedrag Volgens Inga Blokker, directeur van het FoodService Instituut Nederland, wijkt het eetgedrag van millennials en generatie Z wezenlijk af van dat van oudere generaties. “Eten draait voor de jongere generaties veel meer om samenzijn met vrienden en even ontsnappen aan het drukke leven. Millennials en generatie Z vertonen wat wij hybride consumptiegedrag noemen. Ze maken regelmatig verantwoorde keuzes, maar op andere momenten willen ze ‘uit de bocht vliegen’. Dit zie je niet alleen terug in de keuze voor gezond of ongezond eten, ook als het gaat om budgetten en plannen kan het alle kanten op.”

Wat de jongere generaties kenmerkt is dat gemak bij hen een enorm belangrijke rol speelt bij het kopen van eten. Van een snelle hap tot een maaltijdbox tot gerechten thuis laten bezorgen. In 2030 is volgens het FSIN gemak het belangrijkste motief voor mensen om eten te kopen. Van de 80 miljard euro die de consument in 2030 aan eten besteedt, valt 27,5 miljard euro onder het aankoopmotief gemak. In 2019 was dat nog 16,8 miljard; een groei van 64 procent.

Inspelen op wensen jonge generaties Omdat millennials en generatie Z in 2030 meer dan de helft van de volwassen bevolking in Nederland vormen, is het voor ondernemers in de foodbranche enorm belangrijk in te spelen op de wensen van deze groep. “Zeker in deze tijd moet de horeca de consument ervan overtuigen dat een avondje uit eten gaan de meerprijs ten opzichte van een avondje thuis waard is”, zegt Blokker.

Zij vervolgt: “De jongere generaties willen graag buiten de deur blijven eten om te ontspannen en hun vrienden te zien. Maar uit eten gaan is voor hen gemakkelijk inwisselbaar, waardoor zij sneller op zoek gaan naar betaalbare alternatieven voor duur uit eten gaan. Gemaksoplossingen en het betaalbaar houden van ontspannen buiten de deur iets eten en drinken zijn dé grote uitdagingen voor de Nederlandse foodservicesector de komende jaren.”

Over FSIN Het FoodService Instituut Nederland (FSIN) is als onafhankelijk kennisinstituut een begrip in de foodbranche. De vereniging onderzoekt al sinds 2003 trends en ontwikkelingen in foodconsumptie en kan zo een nauwgezet beeld geven van trends, toekomstige ontwikkelingen en consumentengedrag. FSIN gaf als eerste aandacht aan de grensvervaging tussen horeca en retail (in vaktermen ‘blurring’ genoemd) en is zowel de eerste als enige Nederlandse partij die de totaalmarkt van fooddelivery in kaart brengt.

Ruim 220 aangesloten bedrijven, waaronder de grotere retailers, groothandels en leveranciers, ontvangen door het jaar heen de vele rapporten en updates van FSIN.